Burgemeester én ‘Präsident’ in Euregio

In Duitsland noemen ze hem ‘Präsident’ en in Nederland is hij ‘gewoon’ de nieuw gekozen voorzitter van de Euregio. Een samenwerkingsverband tussen Duitse en Nederlandse grensregio’s -zo groot als de provincie Utrecht-, waaraan Joris Bengevoord grotere betekenis wil geven aan samenwerkingen en samen-leven met de naaste buren.

Tekst en foto: Eveline Zuurbier

Zeker met het oog op de Europese verkiezingen in juni maakt de combinatie van zijn burgemeesterschap van een gemeente die grotendeels aan de rijksgrens ligt met zijn voorzitterschap het ‘super-interessant’ om beter te leren begrijpen wat Euregio voor iedereen kan doen. Welke hulp en kansen de Euregio biedt aan lokale bedrijven en (sport)verenigingen om de verschillen te overbruggen en te ondervinden wat de kracht van Europa écht is, ondervindt Bengevoord in zijn eigen Winterswijk. “Duitsers weten Winterswijk te vinden en Winterswijk is voor Nederlanders synoniem geworden om ons tweemaal per jaar aan te doen. De manier van hoe wij het samen aan de grens doen - winkelleegstand is hier niet- trekt mensen. Daar mogen wij trots op zijn.”

“Er zijn al veel concrete zaken tot stand gekomen”, schetst Bengevoord. “Denk aan de brandweer, de ambulancezorg en de arbeidsmarkt. De brandweer in Oeding wordt automatisch gealarmeerd. Die kan sneller in Kotten zijn dan onze eigen brandweer. Ambulances mogen met patiënten de grens over. SKB en het ziekenhuis in Bocholt werken voor de medische zorg in de regio samen. En mensen die over de grens werken, lichten we goed voor zodat zij hun arbeidszaken goed kunnen regelen.”

Bengevoord moest tijdens corona alle zeilen bijzetten om die toegankelijkheid en vooral het vertrouwen te bewaren. Via mediakanalen bleef hij de contacten onderhouden en liet blijken dat Winterswijk klaarstond weer Duitse gasten te ontvangen. Dat hij op de achtergrond een stevig netwerk heeft opgebouwd in Brussel, heeft hem daarbij geholpen. Zijn lobbywerk maakte dat Duitse politieke bestuurders hem vroegen voor het voorzitterschap van de Euregio. “Ik vind het eervol om in de voetstappen van Alfred Moser, de oprichter in 1958 te staan.” Mosers gedachtegoed ‘dat je elkaar eerst moet kennen en vertrouwen om samen te werken’, geeft Bengevoord de gedrevenheid om in Den Haag en Berlijn de vaak ongeziene grensregio’s onder de aandacht te brengen. “Je merkt dat mensen zich afkeren van Europa, maar het is wel zo: hoe meer je je van de Duitsers afkeert, hoe meer je uit elkaar groeit. Onze wereld houdt niet op bij de grens!” Net als in coronatijd is hij voornemens een gezamenlijke oproep te maken om te gaan stemmen. Je kan niet meer onder het belang van samenwerken uit, wil Bengevoord zeggen.

Het ultieme voorbeeld is de kwestie rond de giga-windmolens op de grens. Nederlanders kregen wettelijk geen enkele inspraakmogelijkheid op de plannen. “De gemeenteraad van Südlohn heeft op de rem getrapt en besloot windmolens daar niet toe te staan. Zij hebben afgeweken van hun procedures en dat is toe te schrijven aan de samenwerken op andere vlakken.”

Bekijk andere artikelen

arrow_upward