‘We wilden het helemaal anders doen’

Henk Sasbrink Harkema (78) was samen met zijn vrouw Coby jarenlang het gezicht van Servicetheater Skopein. Inmiddels runt hun zoon Ronald de bioscoop alweer achttien jaar. Maar wie denkt dat Henk de afgelopen jaren stil heeft gezeten, heeft het mis. De bioscoop gaat ‘m nog altijd aan het hart. Ook is Henk nog actief in het vastgoed. Door een oogziekte wordt hij echter gedwongen om het rustiger aan te doen. “Gelukkig heb ik veel steun aan mijn familie!”

Tekst & foto’s: Wendy Venhorst

Sasbrink Harkema is niet echt een Winterswijkse naam…

“Klopt! Van oorsprong kom ik uit Twente, maar ik ben opgegroeid in het Drentse Zuidlaren. Omdat mijn moeder gescheiden en later weer hertrouwd is, heb ik twee ‘echte’ broers en één halfbroer. Om alle zoons dezelfde naam te geven, heeft mijn moeder destijds een naamsverandering aangevraagd bij de koningin. Zij dacht: één familie, één naam. Daarmee werd ingestemd, mits mijn moeders naam - Sasbrink - ervoor kwam te staan. En zo is het dus Sasbrink Harkema geworden.”

Hoe bent u in Winterswijk terechtgekomen?

“Van origine ben ik verpleegkundige. Na verschillende opleidingen heb ik vijf jaar in Harderwijk gewerkt als hoofd operatiekamer en polikliniek. Van daaruit kwam ik in contact met het Elisabethziekenhuis in Winterswijk, dat destijds vier vestigingen kende. In 1976 werd ik daar hoofd verpleegkundige en paramedische diensten. Ook kreeg ik samen met anderen de opdracht om de vier vestigingen te bundelen tot één locatie. Daar is het huidige SKB uit ontstaan. In 1983 is het ziekenhuis gebouwd, vijf jaar later ben ik er weggegaan.”

Waarom ging u weg bij het SKB?

“Zo’n fusie gaat niet zonder slag of stoot. Daarnaast wilde ik mijn vrouw helpen. In 1985 hadden wij de bioscoop in Winterswijk gekocht, die zij eerst alleen runde. Van de bank kregen we vijf jaar om break-even te draaien, maar na een jaar maakten we al winst.”

‘Na een jaar maakten we al winst’Wat was jullie geheim?

“We waren echte pioniers; wilden het helemaal anders doen. Zo kon je tijdens de film via de telefoon een hapje en drankje bestellen, waardoor we een huiselijke sfeer creëerden. Ook hebben we de zalen gerenoveerd, met goede stoelen erin. Bovendien organiseerden we allerlei activiteiten om de bioscoop te promoten. Van een parachutesprong tot ballonvaarten. Die vernieuwende aanpak vonden de mensen helemaal te gek. Maar we zitten nog altijd niet stil. Zo hebben we de lockdowns gebruikt om de bioscoop van drie naar vier zalen uit te breiden, waarmee we nu 350 zitplaatsen hebben.”

U zit ook in het vastgoed. Hoe is dat zo gekomen?

“Na twee jaar kwam het pand naast de bioscoop vrij. Hier zijn we eerst een steakhouse begonnen, wat later tapasbar The Gallery is geworden. Ook hebben we een feestzaal bijgebouwd en daarboven een appartement gemaakt. En dat bleef niet onopgemerkt; mensen vroegen regelmatig of ik hun huis wilde kopen. En zo ben ik er langzamerhand ingerold. Inmiddels hebben we 45 panden en winkels, met name in en rond de Nieuwstraat. Deze verhuren we vooral aan ouderen en starters. De meeste onder de huurtoeslaggrens, zodat mensen ook nog kunnen leven.”

Bent u trots dat de bioscoop nog in de familie is?

“Zeker! Onze oudste zoon Ronald heeft het bedrijf mee opgebouwd en verzorgt nu alweer achttien jaar het algemeen beheer, met ondersteuning van zijn broers Nico en Alex. Maar het allerleukste vind ik nog dat de drie oudste kleinkinderen inmiddels ook bij de bioscoop en The Gallery werken. Ze studeren nog, maar doen hier veel ervaring op.”

Heeft u nog wensen voor de toekomst?

“In mei 2020 heb ik voor het laatst een pand gekocht. Of dat ook het laatste is? Je weet maar nooit. Maar ik heb maculadegeneratie, een oogziekte die het gezichtsvermogen aantast. Dat begon zeven jaar geleden aan één oog, maar inmiddels heb ik het aan beide ogen. Dat geeft zeker beperkingen. Zo kan ik geen krant of ondertiteling meer lezen. Ook kan ik geen administratie meer doen. Gelukkig heb ik veel steun aan mijn familie!”

Wat doet u in uw vrije tijd?

“Door mijn oogziekte is veel niet meer mogelijk. Zo kon ik aardig goed kegelen en had ik verschillende kaartclubjes. Maar ik mag niet klagen, we hebben het goed met elkaar. Ook kamperen we graag, we zijn heel Europa al door geweest. Binnenkort vertrekken we voor twee maanden naar Spanje, naar een vaste plek aan zee. Daar kan ik van genieten. Bovendien gaan we in de Nieuwstraat een klein, gezellig huisje renoveren om er zelf te gaan wonen. In het centrum, waar ik kan weglopen met mijn ‘stokkie’. En dan kom ik vast wel ergens een kopje koffie tegen!”

Bekijk andere artikelen

arrow_upward